Vanmorgen belde Walter me om half tien vanop zijn werk met zijn gsm. De enige keren dat hij dat ooit gedaan had was toen hij een arbeidsongeval had om te vragen of ik hem kon komen halen. Dus de schrik sloeg me al om het hart.
Hij klonk ook meteen heel bedrukt, dus ik was ervan overtuigd dat er iets gebeurd was. Maar wat hij te vertellen had was nog veel erger.
Een collega van hem van de onderhoudsploeg van de nacht had vanmorgen heel vroeg een dodelijk arbeidsongeval gehad. Hij en zijn collega’s hadden van het moment dat ze waren aangekomen op het werk tot hij me belde in de kantine gezeten omdat de mensen van het parket in het attelier waar het gebeurd was de nodige vasttellingen aan het doen waren. Hij wist op dat moment ook nog niet wie het precies was. Alleen dat het iemand was uit Kinrooi (mijn geboortedorp waar mijn ouders nog wonen)
Ik verwittigde mijn mama en papa al maar vast, dat als ze iets zouden horen, ze toch al gerust konden zijn dat het niet over Walter ging.
Rond de middag belde mijn mama omdat ze wist over wie het ging. Het is iemand die ik ook vaag ken, omdat het goede vrienden zijn van mijn tante en nonkel. En we hebben elkaar op feestjes bij hen thuis al vaker ontmoet. Hij was 47, laat een vrouw en 4 kinderen achter waarvan de jongste amper 4 jaar is.
Ik zit er maar constant aan te denken… Hoe snel geluk kan omslaan… Het ene moment vertrekt hij naar het werk, en het volgende moment heb je de politie aan de deur om te vertellen dat hij nooit meer zal thuiskomen. En dan de kinderen die nu hun papa voorgoed kwijt zijn…